Er zijn vier punten waar je op kunt letten of de wietplant klaar is om te oogsten:
Trichomen
(doorzichtige “druppels” op je toppen)
Wanneer een kwart van de trichomen een amber(oranje) kleur hebben is de wietplant klaar om te oogsten. Dit is het beste referentiekader. Wanneer ze allemaal oranje/bruin zijn geworden is je top overrijp, dit kan de smaak beïnvloeden. Bij te vroeg oogsten is nog niet alle hars geproduceerd en is de plant minder smaakvol.
Te vroeg: Doorzichtig
Goed: Helft melkachtige kleur/ kwart amber(oranje)
Te laat: bruin en zwart is veel te laat
Bladeren
Wanneer de bladeren geel worden en gaan krullen is je wietplant hoogst waarschijnlijk klaar.
Te vroeg: groen, geen verkleuring van de bladeren
Goed: helft geel en krullend
Te laat: alle bladeren geel
Stampers
(witte sliertjes van de top)
Wanneer de helft van de sliertjes een oranje/bruine kleur hebben gekregen is een indicatie dat je plant klaar is om te oogsten.
Te vroeg: wit
Goed: Kwart tot de helft oranje/bruin
Te laat: alleen oranje/bruin
Toppen
Heeft je wietplant mooie grote, stevige en compacte toppen? Dat is een indicatie dat je je wiettoppen kan oogsten. Laat je plant te lang doorgroeien zullen de toppen steeds minder stevig aanvoelen uiteindelijk zullen de wiettoppen vergaan. Wanneer de wiettoppen nog niet “rijp” zijn zullen de cannaboiden en terpenen onderontwikkeld zijn waardoor de smaak veel minder vol en intens zal zijn. Bij ongedierte beter te vroeg oogsten voordat je toppen te veel aangetast zullen worden.
Te vroeg: klein en onderontwikkelde canaboïden
Goed: Grote, compacte en stevige toppen
Te laat: luchtige toppen